(De eerste uren na de Opname)
Weinigen zullen gereed zijn – Leer hoe je jezelf kunt voorbereiden
Zie: (Divine Revelations) You must prepare yourself – (24:57)
Pasen 9 april 2023
___
Een verslag van Olav Rogde opgetekend op 11 december 1952.
Olav Rogde, was toen al 79 jaar oud!
De Opname van volwassen christenen laat zich gemakkelijk aanzien. Maar, dit verslag gaat vooral de kleine kinderen en de baby’s aan die wereldwijd ook allemaal opgenomen zullen worden. Dit zijn kinderen van onschuld (0 t/m 7 jaar) en hebben zo wie zo het leven of zij nu van christenouders zijn of niet.
Vanwege de vele gedetailleerde berichtgevingen ervan, heb ik ook dat van verschillende schrijvers eraan toegevoegd, om het geheel maar zo compleet en getrouw mogelijk weer te geven.
Overtuigt u met het lezen van al deze Bijbelse waarheden, die niet zo gemakkelijk door de wereld aangenomen zullen worden.
_____
Toenmalige uitgave door “VISIE” (1961)
Met toestemming opnieuw uitgegeven door J.J.Belle
In het voorgaande hebben wij meermalen gelezen, dat elk klein kind, waar ook geboren, hetzij in de kerk of daarbuiten, hetzij van vrome of goddeloze ouders, als het sterft door de Heer wordt ontvangen en in de hemel wordt opgevoed. Waar wij ons heden in een periode bevinden dat de Heilige Geest steeds meer met nadruk beklemtoont, dat de wederkomst van Christus aanstaande is, zouden gelovige ouders zich kunnen afvragen wat er bij de Opname van de ware gemeente van Christus met baby’s en kleine kinderen zal gebeuren.
Een openbaring over de Opname van de gemeente van Jezus Christus.
Gebeurtenissen direct na de Opname
Olav Rogde vertelde:
Wat ik hier ga neerschrijven heeft de Heer mij de 11de december 1952 in het huis van mijn broer in Bergen (Noorwegen) getoond. Dit gezicht heeft mij geweldig aangegrepen. Op het moment dat ik deze openbaring kreeg, waren mijn gedachten niet met de Opname van de gemeente bezig. Hoewel ik mij gedwongen voelde dit op te tekenen, had het voor mij niet het aanzien van een openbaring, ik meende nog dat mijn fantasie aan het werk was. Maar ik kon niet tot rust komen en vroeg de Heer: “Ik kan mij niet alles meer herinneren; als ik het moet opschrijven, laat U mij het gezicht dan nog eens zien.”
Na een paar weken zag ik dit opnieuw. Ik begon om 22:00 uur te schrijven tot 1:00 uur ‘s nachts. Toen was ik uitgeput. Ik was toen 79 jaar oud. Later ontving ik een voortzetting van dit gezicht.
Het is 9:00 uur. Een vrouw luistert naar de radio. Het kinderuurtje is aan de gang. Zij knikt goedkeurend, er wordt nog een beetje over religie gesproken. Dat is wel goed, maar het moet niet te veel worden.
Plotseling wordt de uitzending afgebroken. Er volgt een sensationele mededeling uit Oslo. De gehele stad is in rep en roer. De politie autoriteiten berichten, dat er iets heel bijzonders aan de hand is. Vele, niemand kan zeggen hoeveel, volwassenen en kinderen zijn plotseling verdwenen. De autoriteiten vragen bijzonderheden aan de familie en bekenden over de verdwijning. Enige minuten later komt het volgende gericht: op het marktplein zijn enige marktkooplui verdwenen. Iemand vertelde, dat zij de bloemen wilde betalen en terwijl deze het wisselgeld zocht, zei: “Dank U Heer, Jezus!” en zij zag hem niet meer. Zij wreef haar ogen uit, zij meende dat er een nevel voor haar ogen was gekomen, maar de man was verdwenen.
Een jonge vrouw, die met haar kindje op het marktplein liep begon vreselijk te schreeuwen, zodat het door merg en been ging en zocht wanhopig in haar lege kinderwagen. Zij riep: “Iemand heeft mijn kind gestolen, het is een jongetje van 8 maanden oud, waar is hij, waar is de politie?” Die was er wel, maar kon er niets aan doen! Van alle kanten werd geroepen, overal, was grote onrust. Een grote dikke koopman rende uit zijn zaak en riep: “Help! Help! Twee van zijn verkoopsters waren zomaar van achter de toonbank verdwenen. Wat is er toch aan de hand?”
Ook uit Stockholm komen berichten over het verdwijnen van veel mensen, precies als in Oslo, en de stad is in een wilde paniek. Ook zijn vele politieagenten verdwenen en er komen gelijkluidende berichten uit Kopenhagen en Helsinki. Ook van het platteland stromen meldingen van verdwijningen binnen. Overal zijn kinderen en volwassenen verdwenen. De politie staat radeloos en machteloos tegenover dit mysterie.
“Oh”, roept mevrouw Andersen, “Heere God wat is er gebeurd?” Zij rent de tuin uit en kijkt de straat af. Daar komt mevrouw Holland aan, zij heeft haar handen voor haar ogen en roept vertwijfeld: “Ruth, Ruth!” Als ze mevrouw Andersen in het oog krijgt vraagt ze: “Heb jij misschien een vreemde hier voorbij zien gaan? Ruth is verdwenen. Zij zat voor ons huis op de stoep, terwijl ik in de tuin bezig was en nu is ze weg. Helemaal weg! Wie heeft haar meegenomen?”
Mijnheer Anderson komt thuis. Het is pas half tien. Op de vraag van zijn vrouw waarom hij zo vroeg is, vertelt hij, dat in de werkplaats alles in de war is. Veel arbeiders worden vermist. Men meende eerst dat zij verongelukt waren en nasporingen om hen te vinden leverden niets op.
Iemand, die van zichzelf zei, dat hij een christen was en die in samenkomsten kwam, zei: “Nu is het gebeurd, nu is het gebeurd. Jezus, heeft de Zijnen tot Zich genomen.” Hij wrong zich de handen en riep: “En ik ben achtergelaten, ik ben nog hier!” Ik vroeg hem met dat gezwam op te houden, maar toen geraakte hij geheel buiten zichzelf. Het was vreselijk om aan te horen. Er zullen er nog wel heel wat meer zijn die dezelfde manier reageren. Wij zullen vandaag vast overuren moeten maken.
In de binnenstad heerste de grootste verkeerschaos. Chauffeurs waren van hun autobussen en personenwagens weggehaald, maar ook veel passagiers waren verdwenen. Trams, autobussen en taxi’s stonden in lange rijen in de straten. De mensen waren half krankzinnig, zij, die achtergebleven waren zochten naar hun verwanten. Radio Bergen meldt: “Van alle kanten komen meldingen binnen van verdwenen personen. Telefonisch worden aanvragen en mededelingen gedaan over de onbehaaglijke situatie. Veel mensen op de schepen zijn weg.”
Uit de babyafdeling in het ziekenhuis zijn alle baby’s verdwenen! Ook enige personeelsleden worden vermist. De moeders van de baby’s jammeren vertwijfeld. Ook in een bejaardenhuis zijn enige vermisten.
Uit Bergen en Londen komen dezelfde berichten. Enige predikanten hebben hun gemeente bijeen geroepen. De meeste Godvrezende en ijverigste bidders zijn verdwenen. Onder degene die verdwenen zijn bevinden zich ook predikanten en predikkers. Een Bisschop van een grote geloofsgemeenschap heeft de predikanten opgeroepen om die avond te vergaderen.
Drie en een half uur na de eerste meldingen uit Oslo komen ook uit andere werelddelen gelijkluidende berichten binnen. Opzienbarend zijn die uit Korea. Daar wordt het getal der vermisten op enige honderdduizenden geschat, waaronder vele soldaten van de verenigde strijdkrachten.
Op de straten lopen de mensen handenwringend rond. Dat betreft in het bijzonder de moeders, die hun kinderen vermissen. Maar velen spotten en vervloeken God en de mensen. Een man komt aangehold en roept: “Pas op, pas op.” Hij is beslist krankzinnig geworden. “Wij zullen spoedig allemaal worden weggenomen”, roept hij nog uit. Een oudere vrouw op de hoek van de straat. Zij heeft haar handen gevouwen en terwijl ze haar ogen naar de hemel opslaat zegt ze: “Oh, omdat wij ons niet zo hebben voorbereid dat wij mee konden gaan als Hij zou komen, daarom zal wel niemand meer gehaald worden. Heere Gods, Jezus, help ons! Nu is het uitgekomen. Ik ben mijn hele leven lang religieus geweest, maar ik had niet gedacht dat Hij zo gauw zou komen. Ik heb het allemaal niet zo nauw genomen.”
In de dagbladen werd het volk vermaand verstandig en rustig te zijn. Politie en autoriteiten stelden alles in het werk om het aantal vermisten vast te stellen. Geleerden in het bijzonder meteorologen trachtten en oorzaak van dit merkwaardige fenomeen uit te vinden.
Berichten uit de USA spreken van grote verliezen aan mensenlevens en verkeersongevallen. De catastrofe heeft de hele wereld op dezelfde wijze getroffen. Op de straten komt het tot hysterische gesprekken. Men komt meer en meer tot de conclusie dat het gebeuren iets te doen heeft met de christenen en het christendom. Degene, die de christenen hebben gekend, wisten te vertellen dat uitsluitend christelijke fanatici en onschuldige kinderen verdwenen zijn.
Een arbeider in de brouwerij vertelde: “Hans Olsen is nu weg en het zal nu zo met hem gaan zoals hij hier gedaan en gepredikt heeft, dat Jezus spoedig zou komen om hem op te halen.” Iemand zei: “Wij hadden er ook zo één bij ons en hij is ook weg. Maar nu zullen de autoriteiten de zaak wel in handen nemen en alle godsdienst verbieden, zodat dit niet meer kan gebeuren.” – “Nee”, riep een ander in de kring, “dat zal niet meer gebeuren.” Zij hadden het wel bij het rechte eind, die christenen, want wij zullen nu gedwongen zijn in deze chaos verder te leven en het zal nog wel erger worden.” – “Dan zou je met hen meegegaan zijn, hè”, spotte een ander. “Had ik het maar gekund”, antwoordde de eerste. Iemand riep hem na: “Je moet opgehangen worden, jij en die anderen, die zich met dat zwakzinnige christendom bezighouden.”
Op de zendingsvelden waren de gelovigen bij massa’s verdwenen. Slechts enkelen waren achtergebleven.
Op een bijeengeroepen vergadering van pastoors en predikanten waren zeer velen aanwezig. Maar er waren ook velen opgenomen. Er heerste een nerveuze en treurige stemming. Velen voelen zich doodongelukkig, zo deelde een rapport mede. Er heerste niet de minste twijfel over, dat wat er geschied was, de aangekondigde Opname der heiligen was geweest. De Opname van de Bruidsgemeente!
Enigen gaven toe, dat zij ondanks hun theologische opleiding en hun studies over Gods Woord nooit gedacht hadden, dat de Opname op deze wijze zou gebeuren. Zij hadden hun hart niet bekeerd, en degene die dat wel hadden gedaan waren de complete onderdompeling met de waterdoop niet nagekomen. Ook zij bleven achter!
Een jonge predikant zei: “Zo heb ik het niet geleerd. De professoren hebben het ons zo nooit verteld, zoals het dezer dagen is gebeurd.” Op verzoek van de politie werd door de geestelijkheid een rapport opgesteld, waarin vermeld stond: “Hetgeen wat er heeft plaatsgevonden, is de van tevoren aangekondigde Bijbelse gebeurtenis: de zogenaamde Opname van de Bruidsgemeente Gods. M.a.w. Jezus, heeft de Zijnen tot Zich genomen.”
De politie wilde echter deze verklaring niet openbaar maken, omdat zij meende dat deze het gevolg was van een nerveuze, hysterische fantasie. Als dit werkelijk iets met de christelijke godsdienst te maken had, dan moeten voorlopig alle kerken en godsdienstige samenkomstenverboden worden, omdat bij het gebeurde de gehele wereld is betrokken, totdat men een beter overzicht zou verkrijgen.
Zelfs de UNO zou een onderzoek moeten instellen. Onder de christenen heerst een gedrukte stemming. Kerken en samenkomsten waren overvol, veel buitenkerkelijken waren aanwezig. Het volk wilde Gods Woord horen, maar het was als weggenomen. Iemand probeerde de Bijbel te lezen, maar hij begreep er niets van. Men gaf de Bijbel aan een ander. Deze zei: Ik kan niet lezen en velen weenden.
De grote massa was het erover eens, dat het christendom de oorzaak van deze tragische gebeurtenissen moest zijn en dat zij bij de christenen een verklaring konden krijgen. Velen zochten Gods hulp, zij waren diep ongelukkig.
In de meeste samenkomsten heerste een schromelijke verwarring. Een man stond met gebalde vuisten voor een predikant en zei: “Het is jouw schuld, dat zo velen van ons zijn achtergebleven. Je hebt het ons nooit verteld, dat Jezus spoedig zou terugkomen om de Zijnen op te halen en evenmin, dat men een rein hart moet hebben en vol van de Heilige Geest moet zijn en dat men zich met God en de medemens moet verzoenen. Ik weet wat mij heeft tegengehouden, het zijn maar kleinigheden. Oh. God, help mij.” – “Zwijg, zij de prediker.” Zij beschuldigden elkaar al wenende.
Zij klopten aan, maar de deur was gesloten. De toestand was onbeschrijfelijk. Het volk begreep, dat hen nu een vreselijke tijd te wachten staat. Alle hoop was vervlogen. Sommige mensen waren uit vriendschap naar de gemeenschap gekomen, anderen om te zingen of te musiceren, maar zonder wedergeboren te zijn, zonder een kind van God te zijn en daardoor zonder erfdeel. Voor velen was het samenzijn slechts een hobby om de vrije tijd te doden. Nu riepen zij en klopten aan de deur: “Heer, doe ons open.”
De autoriteiten kwamen spoedig tot een besluit. De communistische landen gingen vooraan en verboden alle arbeid op godsdienstig gebied en het houden van samenkomsten. Onder bedreiging met de doodstraf was het verboden de naam van Jezus te noemen. Alle christelijke lectuur moest verdwijnen en de Bijbels worden verbrand. Het was op straffe des doods verboden iets te bezitten, dat ook maar de schijn zou wekken, te herinneren aan Jezus Christus. In de westelijke staten duurde het nog enige tijd voor deze bepalingen wettelijk waren vastgelegd.
Zo begon de vreselijkste van alle tijden in de menselijke geschiedenis.
Velen van de overgebleven christenen riepen tot God en wilden het verbod der autoriteiten niet gehoorzamen. Zij werden gevangen genomen en op Gestapo methoden verhoord. Als je Jezus Christus vervloekt en verlaat, kun je je leven redden. Dat was het parool. Duizenden bleven standvastig en het aantal massamoorden was onbeschrijfelijk. Er was geen wet en geen recht meer. Satan was losgelaten.
Velen, die in de nood zwak geworden waren, gaven het op. Zij konden nergens heen, want de hele wereld was in het geweld van de Boze.
Nu ging in vervulling wat in (Luc.21:16) geschreven staat: “Gij zult overgeleverd worden door ouders en broeders en vrienden en zij zullen sommigen van u doden en gij zult door allen gehaat worden om Mijns Naam wil.”
De roep van deze ongelukkige was algemeen: “Heer, mogen deze dagen verkort worden.”
(2 Petr.3:9) “De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.”
Bovenstaand bericht is vertaald van de Noorse krant Hjemmets Venn (No.22/1958) in de Zweedse door Rune Asblom en vanaf dat vertaling in het Engels door Maj-Len Henriksson.
“De Opname, bereidt u voor”
Onder de titel “Zullen de kinderen deel hebben aan de eerste opstanding?” schreef M.A. Alt eens het volgende: “Het grootste wonder, dat straks de wereld zal beroeren, en onder de aardbewoners verbazing en ontzetting teweegbrengt, zal wel dit zijn, dat een kleine geheiligde schaar plotseling uit hun midden zal zijn verdwenen en nergens teruggevonden kan worden.”
Overal zal men in gezinnen, bedrijven, kantoren enz. enkele personen missen, op wie men vroeger weinig acht sloeg, omdat zij eenvoudig en nederig hun weg gingen en zich nimmer op de voorgrond plaatsten, tenzij door God tot een bijzondere dienst geroepen. Ook zal men menig geopend graf opmerken, waarin geen menselijk omhulsel of stof meer te vinden is. Met schrik en beving zal men een blik in die geopende graven werpen en zichzelf in wanhoop op de borst slaan omdat men zich niet voorbereid heeft voordat de deur werd gesloten.
Want hierboven is sprake van de Opname der gelovigen, waarover de Heilige Schrift op verschillende plaatsen een duidelijk licht doet vallen.
Vgl.(Matth.24:37-47, Luc.17:34-36, 1 Thess.4:15-17).
Het is de Opname van de Bruidsgemeente tot Jezus de Bruidegom, in de hemelse oorden, welke in weinige ogenblikken over de ganse aarde zal plaatsvinden. Ja, “in één punt destijds” zal het geschieden.
Tegelijkertijd betekent deze Opname een oordeel over alle christenen, die het geloof niet serieus hebben willen nemen, omdat zij nog teveel behagen schepten in hun oude kleed. God kan hen niet “overkleden” gelijk Paulus zegt. “Zij zullen geen deel hebben aan het Bruiloftsmaal, omdat hun het bruidsgewaad ontbreekt.” – (2 Cor.5:5).
1) zij moeten de Geest van Christus bezitten (Rom.8:10).
2) zij behoren tot de Gemeente der heiligen (Efez.1:22-23)
3) zij met volle bewustzijn de komst des Heren verwachten (Hebr.9:28)
4) zij moeten volkomen bereid zijn Hem te ontvangen (Matth.25:10)
5) zij rein zijn gelijk Hij rein is (1 Joh.3:2-3)
6) Zijn komst met liefdevol verlangen tegemoet zien (2 Tim.4:8)
Onder de kinderen, komen er verscheidene voor, die van jongs af als het ware voor de Opname afgezonderd zijn – ze tonen een levendige belangstelling in Bijbelse verhalen, buigen met eerbied en vertrouwen hun knieën voor God, en leven in innige, tedere omgang met Jezus, de Kindervriend.
De Heiland sprak eenmaal een aller- zins gunstig oordeel over de kinderen uit in de woorden: “Indien gij niet wordt gelijk de kinderen, zult gij voorzeker het Koninkrijk Gods niet zien en nog veel minder ingaan” en “Voor dezulken is het Koninkrijk Gods.”
Hieruit zien wij, dat het reine kinderlijke geloof in Jezus, de Heere God het meest behaagt. Een kind overlegt en wantrouwt niet, maar grijpt eenvoudig het Woord aan. Toch zullen ook de kleine kinderen geoordeeld worden naar het licht dat zij ontvangen hebben en daardoor de graad der ontwikkeling hebben bereikt. Iedere ziel, die binnengaat, behoort aan Gods eis te kunnen voldoen. Niemand kan de plaats van deze ziel innemen, geen moeder voor haar kind, geen kind voor de ouders. Wij zullen allen voor God rekenschap moeten afleggen (Rom.14:12). Genade is geen erfgoed.
In (Ezech.14) lezen wij een ernstig woord daarover.
Hoewel het een oudtestamentisch begrip is, werd deze Bijbelplaats in het Nieuwe Testament nergens weersproken of opgeheven. Wij gebruiken hier de overzetting van Prof. Dr. Obbink. (Ezech.14:12 en 20) “En het woord des Heren kwam tot mij: Mensenkind, wanneer een land zich aan Mij trouweloos vergrijpt, en Mijn hand tegen hem uitstrek, en zijn staf des broods verbreek en een hongersnood daarin zend om mens en vee te verdelgen, – en wanneer dan deze drie mannen in zijn midden waren, Noach, Daniël en Job, dan zouden deze om hunner gerechtigheid wil gered worden, spreekt de Heere.” – “Of wanneer Ik een pest over dat land bracht, en Mijn gramschap daarover uitgoot om mens en vee te verdelgen, – en wanneer Noach, Daniël en Job daarin waren, zo waar Ik leef, spreekt de Heer, zonen noch dochters zouden zij redden, zij alleen zouden ter wille van hun gerechtigheid gered worden.”
Ieder mens en ook ieder groter kind dragen de verantwoording voor zijn eigen ziel. “Want ieder zal zijn eigen last dragen.” (Galaten 6:5) Ieder mens zal eens een keuze moeten maken. Zo was het met de eerste Adam en zo ging het ook met onze Heiland, de tweede Adam, zij werden beiden beproefd.
Hoe vele zogenaamde gelovigen struikelen niet bij de eerste verleiding, “zij hebben geen wortel in zichzelf en bij verzoeking wijken zij af.” De apostel zegt, dat wij “ten bloede moeten tegenstaan, strijdende tegen de zonde.” (Hebr.12:4). En welk een voorbeeld van geestelijke lafheid en onverschilligheid voor de zonde geven vele christenouders hun kinderen. Hoe kunnen wij verwachten, dat onze kinderen tot de geheiligde schare, die straks opgenomen zal worden, zullen behoren, wanneer zij geleerd hebben de ruwe uitbarstingen van de drift bijvoorbeeld van de vader, en de leugentjes van de moeder als iets gewoons te beschouwen, iets menselijks, dat ieder aangeboren is.
God wil, dat wij dieper in de heiliging zullen treden, opdat wij onze kinderen de weg des heils ook door ons voorbeeld kenbaar maken. Hoe zalig zal het zijn, wanneer straks, bij het klinken van de bazuin, wanneer de in Christus ontslapende onvergankelijk worden opgewekt, wij ganse gezinnen opwaarts zullen zien gaan, de Here tegemoet in de lucht, – gehele families, welke, gereinigd door het bloed van het Lam, en vervuld met de kracht van de Heilige Geest, vol blijdschap hun erfenis in de hemelen gaan aanvaarden. Oh, welk een glorie zal dat zijn!
Gaat uw kleinen dan voor in een heilig en onberispelijk leven, opdat zij u niet eenmaal kunnen verwijten, dat hen een belemmering zijd geweest op de weg naar boven. Draagt ook uw zeer jonge kindertjes, die het verschil tussen goed en kwaad nog niet kennen, en daarom in geen oordeel zullen vallen, aan Jezus barmhartigheid en genade op. Zij zullen dan in uw armen mee opvaren, want “voor deze kleintjes is het koninkrijk der hemelen.” Doch de oudere kinderen zullen naar begrip, dat zij van de zaak hadden, waardig of onwaardig gekeurd worden tot de Opname. En laat ons toezien, dat wij de genade Gods niet verzaken, maar een vol loon mogen ontvangen, najagende de Heiligmaking, zonder welke niemand de Here zal zien en ook de reeds verstandige kinderen niet (Hebr.12:14).
Dr. Bill Kim, voorganger van de Central
(Church around the world)
_____
Direct na de Opname zullen de rest- christenen schreeuwen en roepen tot de Heer. Maar de Heer zal niet luisteren en niet meer omkijken! Nu ligt het aan de mens zelf wat de Bijbel hun nog duidelijk zou kunnen maken. Want immers, gelijk met de Opname is ook de Heilige Geest er niet meer.
Laat een ieder voorbereid zijn. Elk jaar gaat de tijd sneller. Het einde van de Eindtijd komt met steeds grotere snelheid op ons af. Vele profetieën bereiken de mens in wat voor een tijd we leven en wat de mens zeer binnenkort te wachten staat.
Nostradamus en de Eindtijd
Vele kenners die zich ook intensief met het moment van de Opname bezig houden vermoeden, dat de Opname al in mei 2017 zou kunnen plaatsvinden. In ieder geval in het jaar 2017. Echter, dat is beslist niet mijn mening (JJB). Maar dat komt gewoonweg, omdat er in het verleden al eerder een identieke gebeurtenis heeft plaatsgevonden, dat zeer waarschijnlijk gelijk moet zijn en uiteindelijk zal eindigen in de maand april van het jaar 2022! Deze tijd is door de Vader al vastgesteld. Dat komt omdat alles wat zich nu op aarde afspeelt, in werkelijkheid al heeft plaatsgevonden. Vandaar dat vele waarzeggers het nog wel eens bij het rechte eind hebben, zoals bijvoorbeeld Nostradamus!
Nostradamus, de grootste ziener aller- tijden, wordt de slapende profeet genoemd. Hij was altijd in de nacht bezig met het maken van aantekeningen en wat de mensen in de verre toekomst allemaal zouden meemaken. Wat hem dan ook het meest aangreep, waren de gebeurtenissen in de Eindtijd! Heel vaak was hij in rep en roer en uitzinnig van pure verbazing, dat hij heel vaak door zijn medebewoners gekalmeerd moest worden. De waarheid kwam hem zo realisaties voor, dat hij momenten beleeft moest hebben die de waanzin ten top zouden hebben bereikt.
Hoewel hij met het zien van al de beelden en afschuwelijkheden niet alles op papier heeft gezet, brengt de mens, met het lezen van zijn verslag, toch wel het vermoeden dat hij er werkelijk alles aan heeft gedaan om de mens voor de Eindtijd te waarschuwen. Maar, omdat die tijd bij God de Vader al heeft plaatsgevonden, zal het hier alleen nog om een gebeurtenis gaan die de algehele val van de mens tot een einde zal brengen. Dit gebeuren wordt door Jezus dan ook ‘Armageddon’ genoemd.
Nostradamus, heeft bijvoorbeeld de afschuwelijke beelden van de Zombies niet beschreven. Dat had hij gemakkelijk kunnen doen. Maar, omdat die situatie zijn verslagen in twijfel zouden brengen, heeft hij dat beperkt en afgesloten met de uitvinding van de Atoombom. Hij heeft in zijn verslag nog wel neergezet, dat het duizend jarig vrederijk een tijd zal zijn dat nog niet eerder is voorgekomen, zo mooi, een tijd vol van vrede.
*) Zie: (2 Petr.3:10-13) “Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen gevonden worden. Daar al deze dingen aldus vergaan, hoedanig behoort gij dan te zijn in heilige wandel en godsvrucht, vol verwachting u spoedende naar de komst van de dag Gods, ter wille waarvan de hemelen brandende zullen vergaan en de elementen in vuur zullen wegsmelten. Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.”
Het aftellen zal eerst beginnen, en zichtbaar worden, in de maand april 2022. De valse Profeet zal in Israël namelijk in twijfel worden getrokken en de Joden overwegen zijn uitzetting!
(Maart 2015) Het Europees Parlement bestaat uit 751 leden afkomstig uit 28 lidstaten.
en door profetieën aangevuld volgens (Joh.16:13)